Oude jazz coryfeeën, kennen we ze nog….

Door Herbert Noord, Hammond organist

Zit ik in de auto naar het radio 1 journaal te luisteren ’s avonds na half zeven, zetten ze plotseling een stukje muziek op. Zonder waarschuwing vooraf. Meedogenloos, want vals, vals niet te geloven zo vals. Je ontkomt praktisch nergens meer aan de muzikale ellende, ook hier dus niet.
Ik drukte meteen de beste voorziening van de autoradio in, de mute-knop. Na drie minuten dacht ik dat de ellende wel voorbij zou zijn maar ik pikte nog net het staartje mee. De heer Govert van Brakel
kondigt deze muzikale treurnis af met de woorden:
“Het klinkt een beetje als Billie Holiday, deze Judie Holland,,,,” (Govert kan af geserveerd worden als zijnde toon doof)
Te erg voor woorden was deze zeurzangeres in optima forma.
Arme Billie.
Vriend van mij vertelde, dat hij laatst in een restaurant zat te eten waar op de achtergrond Billie Holiday te beluisteren viel, dacht hij. Toen hij eventjes beter luisterde, wist hij meteen dat het Billie Holiday niet kon zijn vanwege de timing of beter het gebrek daaraan. Hij vroeg wie deze imitatrice
Wel mocht zijn. Het bleek ene Madeleine Peyroux. Heeft ongetwijfeld ontelbare CD’s verkocht met deze volksverlakkerij.
Raakte over dit soort zaken in een discussie verzeild met een andere vriend, die denkt dat luisteraars naar de imitators toch op een gegeven moment op zoek gaan naar het origineel. Dus je hoort Joey DeFrancesco en dan ga je op een goed moment op zoek naar Jimmy Smith.
Of je denkt, wie was dat nou, die Billie Holiday, die mijn toppertje Madeleine geïnspireerd schijnt te hebben.
Geloof ik in dat laatste? Nou, nee en wel om een aantal redenen.
De voornaamste: mensen zijn lui. Zij gaan zich niet inspannen om iets te achterhalen waar ze niet wezenlijk in geïnteresseerd zijn (Dan hadden ze de CD’s al in huis).
Een andere reden vormt de verkrijgbaarheid. Niet alle muziek van de vergeten grootheden is op CD verkrijgbaar (Internet biedt tegenwoordig uitkomst) In ieder geval hebben platenmaatschappijen er weinig belang bij oud materiaal opnieuw uit te brengen.
Laatst zag ik een oude NTS opname van de zangeres Sarah Vaughan. Het betrof een door Willem O Duys aangekondigd ‘spontaan’ optreden tijdens het Grand Gala du Disque uit 1963. Duys vroeg aan het in het publiek zittende Sarah: “Wilt u iets voor ons zingen?” Haar antwoord luidde bevestigend
En op de vraag wie haar dan moest begeleiden zei ze: “Douglas Duke, he is present too.”
Douglas Duke was een in die tijd in Nederland verblijvende Hammond virtuoos,
Als je Sarah even wat standerds hoort vertolken weet je meteen dat de hedendaagse zangeressen het wel kunnen schudden, vaak bij gebrek aan timing, muzikaliteit, stemvolume, toon en improvisatie vermogen, enkele echte jazzzangeressen uitgezonderd. Maar ga eens op de Albert Cuyp in Amsterdam of in de Spuistraat in Den Haag staan met een microfoon en vraag passanten wie Sarah Vaughan was en wie Madeleine Peyroux is en als je al antwoord krijgt zal dat zeker ten faveure van laatstgenoemde zijn. Sarah’s naam zal bij de meesten geen bel doen rinkelen ben ik bang,

Tant pis, het is niet anders,
Herbert